De betekenis van de naam Koyen
Daarover zijn verschillende meningen of veronderstellingen. We beginnen met de mening van Kanunnik Dr.Milo Koyen (+) archivaris van de abdij van Tongerlo en van de gemeente Geel. Zijn nuchtere veronderstelling benadert waarschijnlijk het dichtst de waarheid. Hij baseert zich op het feit dat vanaf de middeleeuwen en vaak tot vorige eeuw, in de Kempische dorpen er meestal maar één (schaaps)herder per dorp of gehucht was. Die leidde de kudde van heel de gemeenschap naar de heide en zorgde ervoor dat ze weer op tijd naar de KOOIJ terugkeerden. Van die (schaaps)kooihouder zou volgens Dr.M.Koyen onze familienaam voortkomen.
Het kan ook om een eendekooihouder zijn gegaan: het riviertje De Mark was in de middeleeuwen voor schepen bevaarbaar tot in Hoogstraten en het dal van de Mark, met moerassige laagten, was heel wat breder dan nu en er zal dus wel veel waterwild gehuisd hebben.
Namen als Koyen, Verkoyen, Kooy, van der Kooy, Kooijman(s) en zelfs de in Belgisch Limburg nogal voorkomende naam Indekeu (een dialectvorm voor Indekooij) verwijzen meestal naar iemand die iets te maken had met een schaaps- of eendekooi.
Een heel wat "romantischere" veronderstelling komt van de heer Jozef Van Overstraten, voorzitter van de Vlaamse Toeristenbond-Automobilistenbond, die in zijn bondsblad jarenlang een uitgebreide rubriek "Naamsverklaring" verzorgde. Op mijn vraag naar de mogelijke betekenis van de naam Koyen kreeg ik van hem volgend antwoord:
"Koyen is de vervlaamsing en vervorming van Caidocus, de naam van een Ierse heilige uit de 7de eeuw, wiens feest op 30 mei wordt gevierd. Deze heilige kwam in de Nederlanden het geloof verkondigen, vandaar zijn bekendheid, tot in enkele familienamen toe."
De bekoring was natuurlijk groot om het bij deze heilige man als verre voorvader te houden. Dit vooral toen we tijdens een reis in Ierland ontdekten dat er daar, aan de westkust, nog heel wat Koyn, Koyne, Coyn en Coyn's leefden, en... we zagen er zelfs Koyen -trekken in van bij ons!
Een en ander intrigeerde zodanig dat we een professor van de Universiteit van Dublin om zijn mening vroegen. Die schreef ons een lange brief en voegde er een uitgebreide documentatie bij over de Ierse naam Koyne (oorspronkelijke betekenis "wilde gans") maar zijn conclusie was dat hij persoonlijk niet geloofde in een verwantschap tussen de Ierse naam Koyne en onze Koyens.
De heer Jeff Koyen uit Wuustwezel, die ook heel wat opzoekingen over de Koyen's deed, kreeg van het Instituut voor Naamkunde van de Leuvense Universiteit weer een andere uitleg.
Zij denken niet aan een (schaaps)kooi maar zoeken de verklaring in "een verkeerde afscheiding van een verkleinwoordje". We trachten hun geleerd betoog kort en eenvoudig weer te geven als volgt: naast de verkleinvormen "ke, ken en kein" (Marieke, Janneken en het oude woord kindekein) bestond in de middeleeuwen ook de verkleinvorm "kooi". Als voorbeeld geven ze de naam Arnoud met de verkleinvormen Arnekin, Arnekein, Arneken, Arnekooi. Door een verkeerde afsplitsing (wat vroeger vaak voorkwam) zou bij de nakomelingen van zo'n Arnekooi, in plaats van de oorspronkelijke naam Arne (Arnoud) alleen het achtervoegsel, het verkleinwoord "kooi" zijn behouden en het eerste of voornaamste gedeelte van de naam zijn weggevallen. Dit kooi werd dan later Kooie en Koyen.
Als verklaring voor de naam Verkoijen gaf het Instituut voor Naamkunde me volgende mogelijkheden:
- de verwijzing naar een schaapskooi, zoals Dr. M. Koyen voor de naam Koyen veronderstelde
- het aanduiden van een vrouw met "Ver".
Verkoijen zou dan betekenen "vrouw van Koyen",een betekenis die ook wordt aangenomen voor andere namen met "Ver", zoals Verbelen, Verleysen e.a.
Er woont ook in Duitsland een hele stam KOYEN's. In Duitse familienaamboeken vonden we echter de naam Koyen niet en het Instituut voor Naamkunde acht het geen Duitse maar een Vlaamse naam. Het is mogelijk dat deze stam in de middeleeuwen uit onze streken naar ginds is getrokken of van Polen kwam?